Op mijn achttiende verruilde ik de miljoenenstad Teheran voor een klein dorp in Friesland. Het leek erop dat ik de Perzische lente tegemoet ging in dit nieuwe land met zijn mooie weilanden, krachtige windmolens en prachtige tulpenvelden. Mijn droomland Holland, dacht ik toen. Maar ik ontwaakte. Alles om mij heen was plat.
Een paar kilometer van mijn ouderlijk huis in Teheran vandaan bevindt zich de kolossale berg Alborz. Hij straalde kracht en ontzag uit. Iedere keer als ik naar die berg keek, gingen mijn ogen richting de top. Al in mijn kinderjaren ging ik met mijn vader naar die berg toe. Iedere keer als we bij de Alborz aankwamen, zei mijn vader: ‘Laten we dit keer de berg een stukje hoger gaan beklimmen dan de vorige keer.’
Een keer toen we aan de voet van de Alborz stonden, vertelde mijn vader een verhaal over een kist vol goud die op de top van die berg was verborgen. De eerste Perzische koning Kourosh had een groep sterke mannen met hun krachtige paarden de opdracht gegeven om een kist vol goud naar de top van de Alborz te brengen en die daar te verbergen. Het duurde dagen, totdat die mannen de top van de Alborz konden bereikt. Dit verhaal had mijn vader uit het grote Perzische boek Shahnameh, het Boek der Koningen.
De Perzische dichter Ferdowsi heeft in Shahnameh de mythische, legendarische en de historische verhalen over het Perzische Rijk opgetekend. Het zijn verhalen over moed en overtuiging, over beproeving, en over trots en doorzettingsvermogen. Verhalen die hoop en optimisme geven en die mensen inspireren om hun dromen na te jagen.
Koning Kourosh had gezegd dat als iemand de top van de Alborz bereikt, hij de kist vol goud mag meenemen. Koning Kourosh wilde dat iedereen een droom heeft in zijn leven. Op deze manier blijven mensen iedere keer weer naar de top van de Alborz kijken en proberen zij iedere keer weer die berg een stukje hogerop te klimmen om de top te bereiken. Mijn vader zei tegen mij dat ook ik als een jongen van negen die mooie droom kon waarmaken, als ik maar bleef doorzetten. Die kist vol goud kon net zo goed van mij zijn.
Enkele jaren later ontwaakte ik uit een diepe slaap. Ik was ineens heel ergens anders. Mijn zussen, mijn moeder en mijn vader waren er niet. Ook mijn grote broer zag ik nergens. Het was koud en het waaide. Ik keek om mij heen, zoekend, in alle windrichtingen. Maar in de verste verte geen teken van de Alborz. Wat zeg ik: helemaal geen berg te bekennen. Ik hoopte dat ik nog sliep en dat dit allemaal een droom was. Maar het was de werkelijkheid.
Terwijl de woorden van koning Kourosh en de woorden van mijn vader door mijn hoofd gingen, probeerde ik mij voor te stellen hoe het verder met mij moest in een land zonder bergen. Wat zocht ik eigenlijk in dit platte landje zonder familie en vrienden waar het steeds waait. Het was iets met vrijheid en mensenrechten. Ik wilde architect zijn van mijn eigen leven.
Het duurde echter niet lang totdat ik erachter kwam dat er weliswaar in dit land geen bergen zijn, maar dat er vele drempels bestaan die soms nog hoger lijken dan die bijna 6000 meter hoge Alborz. De taaldrempel, inburgeringsdrempel, baandrempel, stamppotdrempel en zoveel meer. De ene hoger dan de andere. En de ene steiler dan de andere. Perzië mijn vaderland, waar ik mij helaas niet thuis voelde.
De ayatollahs hebben het prachtige land Perzië ontdaan van zijn schoonheid door het zaaien van angst, en door onderdrukking en geweld. In mijn geliefde thuisland Nederland heb ik mijn vrijheid teruggevonden. Het leven in vrijheid heb ik ervaren als het ultieme geluk. Iedere keer weer, als ik een Hollandse drempel heb overwonnen, denk ik aan de wijze woorden van mijn vader.
Zijn sterke handen op mijn schouders voelend zet ik mij weer schrap op weg naar de volgende uitdaging in mijn thuisland. Omhoog kijken, drempels overwinnen en dromen waarmaken!