Op uitnodiging van premier Rutte en minister Hoekstra vond op 10 januari een gesprek plaats met een groep Iraanse-Nederlanders over de zeer zorgelijke situatie in Iran. Het was een goed en openhartig gesprek, en op sommige momenten begrijpelijkerwijs emotioneel gezien de afschuwelijke gebeurtenissen in Iran. Er werd goed naar elkaar geluisterd; uiteraard met ruimte voor kritische vragen. Er werden ook zorgen met elkaar gedeeld; wij hebben allemaal familie en vrienden in Iran.
Strijd voor vrijheid
Het Iraanse regime gaat uiterst wreed tewerk en ontziet niemand. Net zoals mijn familie vragen zoveel andere mensen in Iran om hun stem te zijn en om hen te steunen in de strijd voor vrijheid. Dappere vrouwen en mannen, meisjes en jongens in Iran offeren hun leven op voor de waarden die wij in het Westen hoog in het vaandel hebben: vrijheid, mensenrechten, democratie en menselijke waardigheid.
Deze boodschap hebben wij duidelijk en intens overgebracht in dat gesprek. Daarbij hebben we de premier en de minister nadrukkelijk verzocht om alles te doen wat mogelijk is om het misdadige regime van Iran tot stoppen te brengen in hun afgrijselijk gewelddadig optreden tegen onschuldige burgers onder wie vreedzame demonstranten. De premier en de minister zijn doordrongen van de ernst van de situatie in Iran en voelen de urgentie om waar mogelijk voorop te lopen binnen de EU om tot zwaardere sancties tegen het Iraanse regime te komen. Het afgrijselijk gewelddadig optreden van het regime moet stoppen.
Mensen die de straat opgaan voor vrijheid arresteren, martelen en in sommige gevallen na een snelle schijnproces ophangen; dat is wat dit barbaars regime doet. Zoveel minachting voor mensenlevens, voor mensenrechten, voor menselijke waardigheid. Het islamitische regime van Iran heeft enkel tot doel om de macht te behouden. Daarvoor deinzen zij voor niets terug en niemand wordt bespaard; vermoorden van kinderen, verkrachten van meisjes in de gevangenissen, langdurige marteling.
In het hart raken
Het was fijn om op een openhartige wijze onze zorgen te delen met de premier en de minister en om samen te kijken wat er allemaal gedaan kan worden om het regime van Iran zo hard mogelijk te raken. Dit is wat wij willen, dat de leden van het misdadige regime en hun handlangers, als degenen die de misdaden plegen of daartoe opdracht geven, zoveel mogelijk persoonlijk en zo hard mogelijk worden geraakt door effectieve sancties. Het meest noodzakelijke voor nu is dat het geweld tegen onschuldige burgers stopt. Daarom is het nodig om het regime in het hart te raken om ze zo te verzwakken.
Wij zijn gevlucht voor dit nietsontziende regime. Een regime dat in de afgelopen decennia vele families heeft ontwricht, vele levens kapotgemaakt. Dit betekent ruim 40 jaar onderdrukking en onvrijheid, angst en geweld. Terwijl de 22 jarige Mahsa Amini werd afgeranseld door de moraalpolitie, omdat plukjes haar zichtbaar zouden zijn, leven de kinderen van de Iraanse machthebbers in volle vrijheid een luxe leven in het Westen. Dan te beseffen dat veel kinderen in Iran in de vuilniszakken moeten zoeken naar voedsel, dat vrouwen en meisjes ernstig moeten vrezen voor het geval plukjes haar niet goed genoeg zouden zijn bedekt.
Deze pijnlijke waarheid in Iran hebben we gedeeld met premier Rutte en minister Hoekstra als extra aansporing om al het mogelijke te doen om zowel vanuit Nederland als binnen de EU en de VN stappen te zetten om dit monsterlijk regime een halt toe te roepen. Het is te waarderen dat premier Rutte en minister Hoekstra waar mogelijk voorop willen lopen en het voortouw willen nemen om in Europees en internationaal verband al het mogelijke te doen om een einde te maken het afschuwelijke geweld.
Concrete stappen
Een concrete stap daarbij is het opdoeken van de Iraanse criminele netwerken binnen Europa. Deze netwerken plegen spionage in het Westen, liquideren Iraanse diaspora in de Europese steden, verkopen illegaal olie en sluizen miljoenen door naar het Iraanse regime, evenals andere criminele activiteiten. Deze criminele netwerken fungeren in feite als de levensader van het Iraanse regime in het buitenland.
Een andere concrete en noodzakelijke stap is om de Revolutionaire Garde (IRGC) binnen de Europese Unie op de lijst van de terroristische organisaties te plaatsen. De IRGC is de ruggengraat van het Iraanse regime, en het fungeert als de moordmachine waar het gaat om het de kop indrukken van demonstraties. De IRGC werd opgericht door Khomeini na de islamitische revolutie in 1979 als hoeder van het islamitische regime. De leden van IRGC hebben onvoorwaardelijk trouw beloofd aan de hoogste leider van Iran en schuwen geen enkel geweld tegen burgers. Het is ook te zien bij deze protesten; er worden zelfs tanks ingezet door IRGC tegen demonstranten. De IRCG moet dan ook op de terroristenlijst, zodat de leden daarvan ook als terroristen worden behandeld.
Verder is het hard nodig dat de misdadigers in Iran worden vervolgd en berecht. Zij mogen niet vrijuit gaan. Het recht moet zegenvieren. Dit kan worden bereikt door de oprichting van de Iran-Tribunaal. Nederland kan hierbij het voortouw nemen. Nederland presenteert zich internationaal als het land van het recht en gerechtigheid met Den Haag als ‘Legal Capital’, waarin meerdere internationale Gerechtshoven zetel hebben. Daarnaast heeft de Nederlandse regering in het mensenrechtenbeleid als speerpunt verankerd het vervolgen van misdadigers en het tegengaan van straffeloosheid.
Perzische lente
Het was zeker de moeite waard om dit gesprek te voeren met premier Rutte en minister Hoekstra; een waardevol gesprek vanuit een positieve grondhouding. Er is ook de wens uitgesproken om het gesprek voort te zetten. Zoals premier Rutte het formuleerde: ‘we zetten hier geen punt erachter maar een komma’. Ook de groep Iraanse-Nederlanders gaf aan graag bereid te zijn om mee te denken en mee te werken bij het treffen van de juiste maatregelen; de verschrikkelijke misdaden van het Iraanse regime mogen niet onbestraft blijven.
Ik vertelde aan de telefoon mijn familie over het gesprek met de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland over de situatie in Iran. Zij waren zeer onder de indruk en het gaf ze weer moed en kracht om te blijven strijden voor de vrijheid. Het gaf ze ook hoop; hoop op een leven in vrijheid, hoop op een prachtige Perzische lente.
Wees s.v.p. de stem van het dappere Iraanse volk. Zij verdienen onze steun. Met hun moed en volharding schrijven zij geschiedenis. De strijd die zij voeren is ook onze strijd, aangezien het raakt aan onze waarden als vrije natie. Zoals Nelson Mandela het treffend verwoordde: “For to be free is not merely to cast off one’s chains, but to live in a way that respects and enhances the freedom of others.”