Het nieuwe kabinet verandert niets aan de strenge eisen voor het kinderpardon. Dit is juridisch erg ingewikkeld; zo laten de formerende partijen weten. Dit is werkelijk onzin. Er zijn immers genoeg juridische mogelijkheden om het kinderpardon te versoepelen. Hier ontbreekt het echter aan politieke wil.
Veel kinderen die voor uitzetting vrezen, zaten met spanning en stress te wachten; vurig hopend op een positief bericht van het nieuwe kabinet over hun lot. Dit sombere bericht richt nog meer psychische en emotionele schade aan bij deze kinderen.
Des te meer pijnlijk omdat de ChristenUnie en D66 zich in de afgelopen jaren steeds sterk hebben gemaakt voor deze kinderen. Maar nu laten ze het afweten. De ChristenUnie maakte zelfs eerder samen met de PvdA een initiatiefwet voor een rechtvaardig kinderpardon. Laat deze partijen aan de kinderen gaan uitleggen hoe dit kan.
In deze blog zet ik uiteen wat de oplossing is voor deze kinderen. Juridisch gezien is het zeker niet ingewikkeld. Waar een wil is, is een weg. En om die politieke wil gaat het hier. Allereerst enkele verhelderende opmerkingen over het kinderpardon. Daarna volgt mijn oplossing.
Over wie hebben we het
Het gaat hier om kinderen die jarenlang in Nederland wonen. Sommige van hen zijn hier geboren. Zij kennen hun vaderland niet, en ze spreken de taal van dat land niet. Zij spreken Fries, Brabants of Gronings. Deze kinderen zijn door en door geworteld in ons land. Zij zijn oer-Hollands. Het veertienjarige meisje Herlen bijvoorbeeld. Zij groeide op in Haren; een uitmuntende leerling. Na acht jaar werd zij uitgezet naar Mongolië. Haar leven is kapot gemaakt, haar dromen vervlogen.
Het gaat om gezinnen met kinderen; gezinnen die lange tijd in onzekerheid verkeren over hun toekomst. Gezinnen die steeds weer angst voelen; angst om opgepakt te worden om te worden opgesloten in de grensdetentie met het oog op uitzetting. Het gaat om kinderen die in een heel kwetsbare positie verkeren, die ernstige risico’s lopen op problemen in hun sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling.
Niet alleen voor het gezin zelf, maar ook voor de lokale gemeenschap waarbinnen de kinderen zijn opgegroeid, is het hartverscheurend wanneer een kind na jaren wordt uitgezet. Rechten van kinderen houden plichten in voor volwassenen, die ervoor moeten zorgen dat kinderen in veiligheid en geborgenheid opgroeien. Vanuit dit besef draag ik graag een oplossing aan om te komen tot een rechtvaardig kinderpardon in lijn met het Kinderrechtenverdrag.
Korte terugblik
Tijdens de formatie van het kabinet Rutte 2 kwamen de VVD en PvdA overeen om een regeling te maken voor kinderen die lange tijd in ons land verblijven. De VVD eiste echter dat de groep zo klein mogelijk moest zijn. Hierdoor werden in de regeling voor het kinderpardon meerdere voorwaarden opgenomen. Twee voorbeelden.
Kinderen die onder het Rijkstoezicht vielen, kregen een verblijfsvergunning. Kinderen die onder het gemeentelijk toezicht vielen, kregen geen verblijfsvergunning. Kinderen van wie de ouders een asielaanvraag hadden ingediend, kregen een verblijfsvergunning. Kinderen van wie de ouders een reguliere aanvraag hadden ingediend kregen geen verblijfsvergunning.
Als gevolg van al deze voorwaarden vielen veel kinderen buiten het kinderpardon. Volgens artikel 2 van het Kinderrechtenverdrag moet Nederland de rechten van ieder kind eerbiedingen en waarborgen zonder onderscheid van welke aard dan ook. Maar deze afspraak tussen de VVD en PvdA maakte weldegelijk onderscheid tussen kinderen.
Bovendien bepaalt artikel 3 van het Kinderrechtenverdrag dat de belangen van het kind de eerste overweging moeten vormen bij alle maatregelen van de overheid betreffende de kinderen. Door zoveel voorwaarden te verbinden aan een regeling die voor kinderen bedoeld was, werd het belang van het kind ondergeschikt gemaakt aan de politieke afspraken tussen twee partijen.
Meewerkcriterium
Volgens deze eis moet een gezin voldoende hebben meegewerkt aan terugkeer naar het herkomstland. Het is echter onduidelijk wanneer sprake is van voldoende meewerken. Ongeacht welke inspanningen een gezin pleegt om hun terugkeer mogelijk te maken, kan de IND altijd zeggen dat het niet genoeg is.
Zolang een gezin nog niet is teruggekeerd naar hun land, betekent dit in feite dat zij nog niet genoeg hebben meewerkt aan hun terugkeer. Er zijn landen die weigeren hun onderdanen terug te nemen, zoals Soedan, Eritrea en Somalië. Maar ook voor gezinnen uit die landen blijft deze eis gelden.
Bovendien is het onduidelijk wat er verwacht wordt van de IND en van de Dienst Terugkeer en Vertrekt (DT&V). Ook de IND en DT&V moeten inspanningen plegen om de terugkeer van een gezin mogelijk te maken; zonder te weten wat hun verantwoordelijkheden zijn, en waarop zij afgerekend kunnen worden.
In 2016 kreeg één gezin een verblijfsvergunning, en in 2017 (tot september) waren het twee gezinnen. Alle andere aanvragen van kinderen werden dus afgewezen met het argument dat het gezin niet voldoende heeft meegewerkt aan de terugkeer.
Oplossing
Mijn oplossing is een tweetrapsoplossing. In de eerste plaats dient het meewerkcriterium te worden versoepeld. Daarnaast dienen de overige voorwaarden voor het kinderpardon te worden aangepast. Op deze manier voldoet de beoogde oplossing aan de volgende twee uitgangspunten; dit in lijn met het Kinderrechtenverdrag:
1. Een oplossing waarbij de belangen van deze kinderen de eerste overweging vormen, dus belangen van het kind voorop;
2. Een oplossing waarbij de rechten van deze kinderen worden beschermd zonder onderscheid, dus op de voet van gelijkheid.
- Afbakening meewerkcriterium
Het meewerkcriterium behoeft versoepeling, aangezien hierdoor veel gewortelde kinderen, die al vele jaren in Nederland wonen, buiten het kinderpardon vallen. Er bestaat immers onduidelijkheid over de precieze wijze waarop en in welke mate ouders worden geacht mee te werken aan vertrek, in termen van te plegen inspanningen . Eveneens is confusie over wat er van de DT&V en de IND precies wordt verwacht in termen van te plegen inspanningen, waardoor de volle verantwoordelijkheid bij de gezinnen wordt gelegd bij de toetsing van het meewerkcriterium.
Het nieuwe kabinet kan het meewerkcriterium versoepelen door te komen tot een heldere afbakening van het samenhangen van het geheel van feiten en omstandigheden op grond waarvan kan worden vastgesteld wat er precies verwacht wordt van gezinnen, maar ook van DT&V en IND, op basis van het meewerkcriterium. Binnen één jaar moet het duidelijk worden of de uitzetting mogelijk is of niet.
Dit kan als een oplossing worden uitgewerkt in een beleidskader. Totdat het beleidskader nader is uitgewerkt, dient volgens deze oplossing een vertrekmoratorium te worden ingesteld voor de betreffende gezinnen om zo deze kinderen even rust te gunnen.
2. Aanpassing overige voorwaarden
Verder gelden enkele voorwaarden op grond waarvan een gezin in aanmerking kan komen voor een verblijfsvergunning op basis van het kinderpardon. Deze voorwaarden zijn nodig om de beoogde oplossing voldoende in te kaderen en aan te scherpen. Een oplossing voor een rechtvaardig en juridisch toelaatbaar kinderpardon behelst aldus de volgende voorwaarden.
De gewortelde kinderen, van wie de ouders een aanvraag hebben ingediend tot verblijf (asiel of regulier), krijgen een verblijfsvergunning als zij vijf jaar of langer in ons land zijn, en altijd in beeld zijn geweest bij een overheid (het Rijk of een gemeente). De termijn van vijf jaar is gebaseerd op de pedagogische onderzoeken over het mentale en emotionele welzijn van kinderen.
Oproep aan het nieuwe kabinet
We kunnen eindeloos discussiëren over de vraag of de schuld bij de ouders ligt dat zij nog in Nederland zijn, of over de vraag in hoeverre de overheid in al die jaren steken heeft laten vallen waardoor de uitzetting is vertraagd. De vraag zou echter moeten zijn hoe we meer aandacht gaan krijgen voor de kinderen om wie het hier gaat, voor hun rechten en belangen. Dit raakt aan onze menselijke en morele plicht.
In het bovenstaande zijn allerlei ingrediënten te vinden om te komen tot een regeling voor het kinderpardon, die daadwerkelijk recht doet aan de kinderen om wie het gaat. Geen politieke spelletjes over de rug van deze uiterst kwetsbare kinderen. Toon moed en handel uit uw geweten.
Een welvarend en beschaafd land dat investeert in deze kinderen overstijgt zichzelf. Ons land kan hun talent benutten door deze kinderen nu perspectief te bieden. Ik heb enkele van deze gezinnen ontmoet. Het verdriet bij hen is enorm. Deze kinderen verdienen na al die wanhopige jaren rust en geborgenheid.
Let we: als er niets verandert aan de permanente regeling, dan betekent dit de facto de afschaffing van het kinderpardon. Immers, toetsing aan het meewerkcriterium leidt in de praktijk ertoe dat vrijwel alle aanvragen van kinderen voor een verblijfsvergunning worden afgewezen.