Op 19 februari 2014 werd de asielzoeker Ahmed Baba Koné uitgezet naar Guinee. In 2001 vluchtte hij vanuit Guinee naar Nederland en vroeg hier asiel aan. In totaal zat hij ruim 13 maanden vast in de vreemdelingendetentie om uitgezet te worden. Twee eerdere pogingen om hem uit te zetten mislukten vanwege zijn medische klachten. Een derde poging werd tegengehouden door de rechter om hem de mogelijkheid te geven de behandeling van zijn zaak in Nederland af te wachten.
Gezondheidstoestand
Koné heeft psychische en fysieke klachten, waarvoor hij in Nederland werd behandeld. Daarnaast is hij aan één oog blind en met het andere oog ziet hij slechts 5 procent. Voor de behandeling van zijn oogaandoening moet hij dagelijks oogdruppels gebruiken. Koné heeft een zoontje van drie jaar dat een verblijfsvergunning heeft. Op 14 maart wordt zijn zaak behandeld door de rechter om te bezien of hij met zijn zoontje in Nederland mag blijven. De IND heeft echter niet daarop willen wachten.
Bovendien loopt nog een procedure over de medische beletselen bij zijn uitzetting. Maar ook dat mocht niet baten. Staatssecretaris Teeven was onverbiddelijk. Koné moest worden uitgezet. Op 3 december 2013 adviseerde de oogarts om een oogheelkundig onderzoek te doen omdat zijn ogen slechter werden. Dat onderzoek heeft echter nooit plaatsgevonden. En de vraag is of hij nog zijn zoontje ooit kan terugzien. De laatste uren vóór zijn uitzetting werd hij naakt opgesloten in de isoleercel met cameratoezicht.
In die 9 maanden dat Koné vastzat in de vreemdelingendetentie werd hij 23 keer naar het ziekenhuis vervoerd vanwege zijn medische klachten. En op de dag dat hij werd uitgezet stonden nog enkele medische onderzoeken voor hem gepland. Recentelijk bracht Amnesty International nog een medisch rapport uit over de toestand van deze man. Ook ligt er een recent pedagogisch rapport van de Rijksuniversiteit Groningen over de relatie tussen het zoontje en zijn vader.
Ook deze twee rapporten werden door Teeven ter zijde geschoven. Dit geldt eveneens voor een verklaring van de arts van het Meldpunt vreemdelingendetentie, waarin staat dat Koné niet fit-to-fly is.
Reispapieren
Verder bestaan over de reispapieren waarmee Koné werd uitgezet – een zgn. ‘titre de voyage’ – vele vraagtekens. Eerder kwam het gebruik van dit document door de ambtenaren van Teeven in opspraak na een uitzending van Nieuwsuur. De ambassade van Guinee werkt niet mee aan de terugkeer van asielzoekers naar dat land. Om toch aan de reispapieren te komen, heeft een delegatie vanuit Ghuimee in 2012 enkele malen Nederland bezocht en gesprekken gevoerd met de ambtenaren van Teeven.
Tegen de betaling van grote sommen geld verstrekt deze delegatie reispapieren aan de staatssecretaris, waarmee hij de asielzoekers uit Guinee kan terugsturen. De reispapieren die door de delegaties uit Guinee worden verstrekt, zijn echter ongeldig.
De NOS bracht naar buiten dat tenminste drie asielzoekers bij de grens met Guinee waren tegengehouden, omdat de reispapieren die verstrekt waren door de delegaties niet geldig bleken. Naar aanleiding van deze ophef startte de Commissie Integraal Toezicht op Terugkeer een onderzoek naar de handelwijze van deze delegaties uit Guinee en naar de afspraken met staatssecretaris Teeven. De uitkomsten van dat onderzoek zijn nog niet bekend. De uitzettingen naar Guinee met behulp van dubieuze reispapieren gaan echter gewoon door.
Het feit dat de betreffende reispapieren ongeldig zijn, blijkt nu weer. Koné
is bij aankomst op het vliegveld in Guinee door de politie opgepakt en
vastgezet, omdat zijn reispapieren niet erkend worden als officiële
documenten. Zijn vrienden en familie hebben geld moeten betalen om te
voorkomen dat hij naar de gevangenis zou gaan. Dit wordt bevestigd door de
medewerkers van de Noodopvang Utrecht die in contact zijn met mensen in
Guinee.
Uitzetdrang
Eind januari besliste de rechter dat Koné de behandeling van zijn procedure over verblijf bij zijn kind in Nederland in vrijheid mocht afwachten. Ondanks deze rechterlijke uitspraak werd hij vastgehouden in de detentie. Kort daarop heeft de IND de rechter weer verzocht om in te stemmen met de verwijdering van Koné. Als reden gaf de IND bij de rechtbank dat zij veel inspanningen heeft gepleegd om reispapieren voor Koné te verkrijgen en dat de reispapieren tot 21 februari geldig zijn.
Bovendien schreef de IND aan de rechtbank dat het opnieuw aanvragen van reispapieren voor Koné, diplomatiek beschouwd, wrijving kan opleveren, en levert geen positieve bijdrage aan de bestaande diplomatieke verhoudingen tussen Nederland en Guinee.
Ondanks de medische klachten van Koné werd niet gezorgd voor medische opvang in Guinee. Wat ook heel opmerkelijk is, is dat voor Guinee nog steeds een negatief reisadvies geldt in verband met de instabiele politieke situatie en de onveilige situatie in dat land. De overheid ontraadt ons om naar dit instabiele en onveilige land te reizen. En dat terwijl een zieke man en vrijwel blind naar Guinee wordt uitgezet met naar alle waarschijnlijkheid ongeldige reispapieren.
Niet de gezondheidstoestand van de heer Koné, of zijn band met zijn kind, of zijn veiligheid in een politiek instabiel en onveilig land vond de staatssecretaris van belang om mee te wegen bij de vraag of de uitzetting van Koné gerechtvaardigd was. Maar het ging Teeven erom dat de reispapieren tot 21 februari geldig waren. Hij werd dus op 19 februari uitgezet.
De staatssecretaris heeft zich persoonlijk met deze zaak bemoeid. Ondanks de verzoeken van Kamerleden, wethouders, burgemeester van Utrecht en vele anderen heeft Teeven niet willen afzien van de uitzetting. Alsof het voor de staatssecretaris een prestigekwestie was geworden.
Dit getuigt niet van veel respect voor mensenrechten. Bovendien laat dit weer zien dat staatssecretaris Teeven niet veel heeft geleerd van de eerdere incidenten als de uitzetting van het doodzieke Georgische meisje Renata en de Russische activist Alxandr Dolmatov die zelfmoord pleegde in het detentiecentrum Rotterdam.
Een debat over deze zaak in de Tweede Kamer lijkt onvermijdelijk om zo het onderste steen naar boven te halen.