Vandaag, maandag 16 december 2013, werd een belangrijk akkoord getekend tussen de Europese Unie en Turkije. Volgens dit akkoord verplicht Turkije zich om de ongedocumenteerde vreemdelingen die via Turkije naar de EU komen terug te nemen; in ruil daarvoor krijgen de Turken het recht om zonder visum naar de landen van de EU te reizen.
Schijnwerkelijkheid
De Turkse regering ziet in dit akkoord een bewijs dat Turkije onderdeel is van Europa en zij noemt dit ‘Een historische realiteit’. Eurocommissaris Malmström, een van de drijvende krachten achter dit immigratieakkoord, noemt het een bewijs van de ‘verbondenheid van Turkije en de EU’.
Ondanks deze mooie woorden moeten we constateren dat de EU met dit akkoord wederom wegloopt voor haar verantwoordelijkheid om bescherming te bieden aan vluchtelingen uit landen als Syrië en Irak. Groot deel van de vreemdelingen die vallen onder dit akkoord zijn asielzoekers uit Irak, Iran en Syrië die via het buurland Turkije naar de EU vluchten om hier bescherming te krijgen.
Wederom het bewijs dat het binnen de EU ontbreekt aan het gevoel van verantwoordelijkheid en solidariteit. Zo werden we recent geconfronteerd met de harde realiteit, waarbij enkele landen van de EU, waaronder Duitsland, Frankrijk en Nederland, niet bereid waren om een deel van de bootvluchtelingen die de tocht over de Middellandse Zee hadden overleefd, over te nemen van Italië. De bijdrage van Nederland en enkele andere EU-landen bleef toen bij ondersteuning van Zuid-Europese landen bij strengere grensbewaking om zo te voorkomen dat de bootvluchtelingen het grensgebied van de EU zouden bereiken.
Bescherming
Dit akkoord voorziet in een overgangsperiode van drie jaar om Turkije de mogelijkheid te geven om de beveiliging van zijn paspoorten te verbeteren en de grensbewaking op orde te brengen. En het land moet een asielsysteem naar Europees maatstaven opzetten, met opvang- en detentiecentra, en een fatsoenlijke asielprocedure. De Turken zullen daarvoor grote bedragen aan financiële hulp krijgen van de EU.
In het Vluchtelingenverdrag uit 1951 wordt het recht van asielzoekers erkend om in ieder land bescherming te vragen. Dit verdrag maakt geen onderscheid tussen asielzoekers met en zonder papieren. Het asielrecht is bovendien gegarandeerd in artikel 18 van het EU-Handvest voor Grondrechten.
Met dit akkoord ontneemt de EU het recht van asielzoekers om in de EU-landen bescherming te vragen. Hierbij valt te denken aan asielzoekers en ontheemden uit Syrië die de burgeroorlog en geweld ontvluchten.
De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties smeekt de landen van de EU om een klein deel van de Syrische vluchtelingen over te nemen. De vluchtelingenkampen zitten overvol en de mensen leven onder erbarmelijke en onmenselijke omstandigheden. In plaats daarvan sluit de EU een akkoord met Turkije om zo nog minder Syriërs toe te laten.
Maatstaf
Het feit dat dit akkoord voorziet in een overgangsperiode van drie jaar om zo Turkije de mogelijkheid te geven om een fatsoenlijke asielprocedure te creëren, maakt duidelijk dat het in dat land een hoop mankeert aan een humane behandeling van asielzoekers. Bovendien voldoen niet alle EU-landen aan de Europese maatstaf voor een menswaardige behandeling van asielzoekers. Griekenland is een duidelijk voorbeeld.
In deze zaak tegen Griekenland kon het Straatsburgse Mensenrechtenhof een stokje voor steken op grond van de Dublin-Overeenkomst. Maar aangezien Turkije geen lid is van de EU valt dit land niet onder deze overeenkomst. Hierdoor zal ieder adequaat toezicht ontbreken over de vraag op welke wijze Turkije asielzoekers behandelt. Het doel van de EU met dit akkoord is ook om te bereiken dat asielzoekers die zonder papieren het grondgebied van de EU binnenkomen worden verwijderd, en niet zozeer hoe zij vervolgens worden behandeld.
Om in werking te kunnen treden, moet dit akkoord nog door het Europees parlement worden goedgekeurd. Het is te hopen dat de Europarlementariërs zullen inzien dat dit akkoord zich op geen enkele manier verhoudt met de waarden en beginselen van de Unie. De Europese Unie als waardegemeenschap werd immers opgericht om de vluchtelingen en ontheemden een veilige en vrije thuishaven te bieden.
Europese top
Tijdens de Europese top op 25 oktober van dit jaar zei premier Rutte ‘We moeten vooral ontmoedigen dat mensen op die gammele bootjes stappen. We moeten voorkomen dat mensen hun leven op het spel zetten’. Om de daad bij het woord te voegen, bezuinigt kabinet Rutte II nog eens bijna een miljard op het budget van de ontwikkelingshulp.
Op 19 en 20 december 2013 is er weer een Europese top. Het vraagstuk rondom de Europese immigratie en de bootvluchtelingen staat ook nu weer op de agenda. Vraag is welke wijze woorden dit keer onze premier gaat uitspreken tijdens de Europese top.