Beste Fractieleden,
Naar aanleiding van de recente discussie in de Kamer over het illegalenquotum zet ik graag het volgende uiteen. Gebleken is dat er enige onduidelijkheid bestaat over de nadere duiding van dit quotum. Wellicht dat de inhoud van dit schrijven van nut kan zijn bij de verdere gedachtewisseling over dit onderwerp.
Vooraf enkele inleidende opmerkingen. In de afgelopen periode werd een felle en emotionele discussie gevoerd binnen onze partij over het strafbaar stellen van illegaal verblijf. Hoe groot de afschuw en weerstand bij de PvdA-leden tegen deze maatregel is werd, na de massale steun voor mijn petitie, nog eens bevestigd op het congres in Leeuwarden door het vrijwel unaniem steunen van motie 41.
In de discussieavonden die begin mei volgden, heeft onze politiek leider enkele beloftes en toezeggingen gedaan. Zo beloofde Diederik Samsom tijdens de discussieavond in Eindhoven dat het wetsvoorstel strafbaarstelling illegaal verblijf dermate zal worden uitgekleed, dat het in de praktijk niets meer voorstelt. Verder volgden er enkele andere beloftes, zoals het verruimen van het buitenschuldbeleid en het afschaffen van het illegalenquotum.
Door dit samenstel van beloftes en toezeggingen kwam de motie-Terphuis tot stand, Deze motie beoogt in essentie het asiel- en vreemdelingenbeleid humaner te maken, en het leven van vreemdelingen te verbeteren. Sommige vreemdelingen zijn in ons land vrijwel rechteloos. De menselijke maat en humaniteit zouden voorop moeten staan. Deze waardevolle opdracht heeft u als Tweede Kamerfractie aanvaard door de motie-Terphuis te omarmen.
Illegalenquotum
In de motie-Terphuis staat: “Het illegalenquotum wordt geheel en al afschaft.” Dit is niet wat de staatssecretaris Teeven voorstaat, en wel op grond van de navolgende argumenten.
De politie heeft tot taak het opsporen van verdachten; ongeacht hun afkomst of huidskleur. De opsporing kan leiden tot aanhouding van een verdachte, crimineel of overlastgever, indien bij betrokkene sprake is van een verdenking. Deze regel geldt in beginsel voor iedereen die zich op Nederlands grondgebied bevindt. Tot dusver bestaat er dus geen enkele noodzaak om een illegalenquotum in te stellen met als doel om criminele en overlastgevende vreemdelingen te kunnen oppakken. Voor dat doel is dit quotum dus volstrekt overbodig.
Verder stelt staatssecretaris Teeven dat hij het illegalenquotum wil inzetten om de vreemdelingen die zich onttrekken aan de lichte toezichtsmaatregelen op te pakken. Ook dit argument van Teeven snijdt in de praktijk geen hout. Vreemdelingen die zich onttrekken aan lichte toezichtsmaatregelen, zoals de meldplicht, worden per definitie door de politie opgepakt. Dit overkwam recent de Angolese jongen Wime. Hij had één keer nagelaten zich te melden bij de politie voor een stempel. De politie pakte hem op en hij werd opgesloten in een detentiecentrum. Dit is het bestaande beleid in het kader van toezicht en terugkeer. Ook voor dit doel is het instellen van het illegalenquotum volstrekt overbodig.
Door het getal van 4.000 te blijven hanteren, maakt de staatssecretaris nog altijd kwantitatieve afspraken met de politie. Als PvdA hebben wij weliswaar gezegd dat het moet gaan om kwalitatieve doelstellingen, maar feit blijft dat staatssecretaris Teeven kwantitatieve afspraken met de politie maakt. Bovendien zei de staatssecretaris in het debat over de justitiebegroting: het volgende “Als de cijfers achterblijven zal ik de korpschefs daarop aanspreken.” Ook deze uitspraak van de staatssecretaris maakt duidelijk dat het – op zo’n minst ook – om kwantitatieve afspraken en doelstellingen gaat. Dit betekent in de praktijk de facto een resultaatsverplichting jegens de politie.
Verder maakte staatssecretaris Teeven in het debat over de justitiebegroting een onzuivere vergelijking. Hij zei namelijk dat er ook jaarlijkse quota gelden voor het oplossen van woninginbraken en winkeldiefstallen. Het gaat hier om de quota voor het bestrijden van strafbare feiten; ongeacht door wie gepleegd. Maar bij het illegalenquotum gaat het specifiek om categorieën mensen.
Naast de genoemde juridische en praktische argumenten tegen het illegalenqutoum verdient opmerking dat het afschaffen van dit quotum ook een fundamentele betekenis heeft. Het instellen van een quotum dat specifiek gericht is op het oppakken van ongedocumenteerde vreemdelingen is discriminatoir. Als PvdA verzetten wij ons hevig tegen discriminatie en ongelijkwaardige behandeling van mensen in onze samenleving. Als PvdA vertolken wij de stem van grote groepen mensen in onze samenleving van buitenlandse origine. Het is onze plicht om deze mensen te blijven beschermen tegen de verrechtsing en tegen discriminatie.
Ik roep hier nog in herinnering de uitspraak van de Nationale ombudsman Brenninkmeijer van enkele weken geleden dat het politieke tij in Nederland discriminatoir is. Ook bracht Amnesty International onlangs een rapport uit, waarin staat dat het gericht oppakken van vreemdelingen door de politie (ethnic profiling) in Nederland te vaak voorkomt. Ook deze aspecten dienen te worden betrokkenen bij de discussie over het illegalenquotum.
Als PvdA zouden we een sterk signaal moeten afgeven door ons hard te maken dat het illegalenquotum – kwantitatieve afspraken getal van 4.000 – wordt afgeschaft. Laat de politie gewoon haar werk doen door mensen die strafbare feiten plegen op te pakken; ongeacht de vraag of het gaat om Iraniërs, Hollanders of Friezen. Dit quotum draagt het reële risico in zich dat de politie selectief, d.w.z. op basis van uiterlijke kenmerken, te werk zal gaan om zo de gestelde norm van 4.000 per jaar te halen.
De vraag is dus waarom staatssecretaris Teeven zo krampachtig vasthoudt aan het getal 4.000 als dit getal in de praktijk voor hem niet zo belangrijk zou zijn.
Sander Terphuis,
25 november 2013