De discussie over de vaccinatie van kinderen laait weer op. Niet zonder reden. Steeds meer kinderen worden in de biblebelt ziek als gevolg van mazelen. De kans dat ook andere kinderen door besmetting ziek worden, is niet gering. Het niet inenten van kinderen verhoogt bovendien de kans op ziekte van rodehond bij zwangere vrouwen. En dat kan weer leiden tot aandoeningen bij baby’s.
Het gaat dus om een groot probleem. De overheid heeft tot taak om het welzijn van burgers te bevorderen. En zeker als het gaat om kinderen. De kinderen zijn toevertrouwd aan de zorg van hun ouders, die hun welzijn optimaal moeten waarborgen; bijvoorbeeld door ze te laten inenten tegen ziektes als mazelen. Maar als de ouders dit nalaten, dient de overheid in te grijpen in het belang van de kwetsbare en willoze kinderen.
Als een volwassene maak je een eigen persoonlijke keuze over hoe je omgaat met je lichaam. Maar in dit geval maken de volwassenen een keuze voor de kinderen. En niet zomaar een keuze. Door zich te beroepen op een uitleg van de Bijbel weigeren zij de kwetsbare en willoze kinderen te laten vaccineren; dit met alle gevolgen van dien. Dit is onaanvaardbaar. En het is onbegrijpelijk dat veel politici hierover hun mond houden.
Hoe zou het geweest zijn als het nu om de moslims ging, die weigerden hun kinderen te laten inenten? Zouden sommige politici ook dan hun mond hebben gehouden? Helaas bestaat in Nederland de neiging om met twee maten te meten.
Alsof de ‘Godswil’ alle bezwaren ondervangt. Als het zo zou zijn, dan kunnen we net zo goed de Gezondheidsraad en de aanverwante organisaties opheffen. Geen onaantrekkelijk idee overigens in tijden van bezuinigingen. Volgens het RIVM is de kans op een mazelenepidemie groot. In dat geval zullen duizenden kinderen ziek worden. En dit omdat sommige ouders uit de biblebelt weigeren hun kinderen te laten vaccineren.
In Nederland kennen we de scheiding van kerk en staat. Als het gaat om het welzijn van kinderen, dan behoort dit tot de aangelegenheid van de staat. De overheid moet kijken naar de belagen van het kind. Dat gebeurt nu ook; bijvoorbeeld ingeval van uithuisplaatsing. De overheid grijpt dus in in het privéleven van mensen als dat noodzakelijk is in het belang van kinderen.
De overheid heeft er kennelijk moeite mee om in te grijpen als het om religieuze kwesties gaat; religieuze kwesties van eigen bodem wel te verstaan. De SGP verbood de vrouwen met een beroep op de uitleg van de Bijbel zich verkiesbaar te stellen. De staat greep echter niet in en werd toen door de rechter op de vingers getikt. Discriminatie vanwege het geslacht mag immers niet; ook niet met een beroep op de Bijbel.
Door niet in te grijpen in de biblebelt, schendt de overheid ook het Kinderrechtenverdrag. Daarin staat dat het belang van kinderen voorop moet staan bij alle maatregelen die kinderen aangaan en dat de overheid het welzijn van alle kinderen moet bevorderen, en toezicht moet houden op alle voorzieningen voor de zorg en bescherming van kinderen. Ook staat in dat verdrag dat kinderen recht hebben op de best mogelijke gezondheid en op gezondheidszorgvoorzieningen. De overheid waarborgt dat geen enkel kind de toegang tot deze voorzieningen wordt onthouden.
De godsdienstvrijheid is niet absoluut. Om die reden vindt een belangenafweging plaats om te beoordelen of het inperken van de vrijheid van godsdienst ten gunste van een ander grondrecht geoorloofd is. Een ander grondrecht betreft hier het recht op gezondheid van kinderen. Het doel is niet de aantasting van de rechten en vrijheden van een minderheidsgroep in ons land. Het doel is hier om het welzijn en de gezondheid van kwetsbare en willoze kinderen te beschermd. Nu lijkt het alsof de vrijheid van godsdienst zwaarder mag wegen dan het belang en de gezondheid van kinderen.
Ik roep de politiek op om snel in actie te komen in het belang van deze kinderen, en in het belang van volksgezondheid. Dit onderwerp is belangrijk genoeg om als Tweede Kamer het zomerreces af te breken voor een spoeddebat met de betrokken bewindspersonen.
Neem als politiek je verantwoordelijkheid en laat deze kwetsbare en willoze kinderen niet in de steek.