Europa met de kennis van toen
Het was het moment van toespraken. Eerst was het de speech van Barack Obama bij de start van zijn tweede ambtstermijn, waarin hij sprak over hoop, vertrouwen, optimisme en onderlinge verbondenheid. Daarna volgde de speech van David Cameron, waarin hij sprak over het houden van een referendum over de vraag of Engeland binnen de Europese Unie moet blijven of niet. De speech van Cameron heeft zoveel stof doen opwaaien, waardoor de discussie over Europa ondoorzichtiger begint te worden. Enkele ingridiënten in deze discussie lijkt dan ook geen overbodige luxe.
Laten we dus de discussie over Europa bij het begin beginnen. Dat begin heeft te maken met de noodzaak tot de oprichting van de Europese Unie; oftewel back to the basic. Vaak wordt in de discussies over Europa hieraan voorbij gegaan. Erg jammer, want de basisvraag naar de noodzaak tot die oprichting maakt een aantal zaken duidelijk.
Binnen een betrekkelijk korte tijd werd Europa geteisterd door twee wereldoorlogen. Deze oorlogen hadden veel angst, onzekerheid en verdriet tot gevolg. Daarnaast had de economische crisis van jaren dertig zijn sporen in heel Europa nagelaten. Om die reden snakte Europa naar vrede, veiligheid en vrijheid, en naar stabiliteit en economisch welvaart. Cameron verwees ook in het begin van zijn speech naar de basisredenen voor de oprichting van een eenheid binnen Europa, en naar de Europese idealen van Winston Churchill
Het was dus een bewuste en een noodzakelijke keuze om te werken aan een Unie; een Unie die vrede en veiligheid bracht. We wilden een Europa zonder slagbomen. En ook een Unie waarin mensen in vrijheid konden leven zonder te hoeven bang te zijn dat zij vanwege hun geloof, afkomst of ras zouden worden vervolgd en vernederd.
De wereldoorlogen hebben zich ruim 60 jaar niet meer voorgedaan in ons continent en mensen worden niet vervolgd en opgepakt vanwege hun huidskleur, geloof of ras. Dit is een verbondenheid die we vaker mogen noemen en etaleren. Dit is een verdienste van de Europese Unie. Dit zijn de feiten; of je nou voor of tegen Europa bent.
Aandeel Nederland
Nederland was één van de eerste landen die zijn aandeel leverde bij de opbouw van de Unie. Daarbij dacht Nederland ook aan eigen belang. Men zag vele voordelen in het samenwerkingsverband binnen de Europese gemeenschappen. Juist in Nederland werden twee belangrijke verdragen gesloten voor de verdere opbouw van de Europese gemeenschappen: het Verdrag van Amsterdam en het Verdrag van Maasticht.
Daarnaast heeft Nederland van oudsher een open houding naar Europa en naar de wereld. Nederland als handelsnatie verdient zijn geld voor een groot deel dankzij het buitenland. De Europese en internationale oriëntatie van Nederland is zelfs goed terug te vinden in onze Grondwet. Bij de herziening van de Grondwet begin jaren 50 expliciet gekozen voor een open houding naar Europa en de wereld. In artikel 90 van onze Grondwet staat: “De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.” Dit betekent dat Nederland zich verbonden voelt met de wereld. Een grondwettelijke opdracht aan de rgering met een helder singaal.
Het aandeel van Nederland in Eurpa en daarbuiten blijkt ook duidelijk uit de woorden van de koningin als lid van de regering. In haar kersttoespraak van vorig jaar besteedde koningin Beatrix ruime aandacht aan het belang van de Europese en internationale verbondenheid en samenwerking. De woorden van de majesteit kunnen als inspiratie gelden. Daarover zei de koningin het volgende.
“Nederland is altijd open geweest en verbonden met de wereld om ons heen. Meer en meer heeft dit geleid tot wederzijdse afhankelijkheid en betrokkenheid. Het inzicht dat ons eigen welzijn mede afhangt van het leven in andere landen richt de blik naar buiten. Niet in isolement ligt onze kracht maar in saamhorigheid. Dat is de achtergrond van de internationale samenwerking waartoe ons land zich heeft verplicht.”
“De Europese gemeenschap heeft welvaart gebracht. Maar er is meer dan geld alleen; bovenal biedt Europa ons vrede. Toch lijkt het of onvrede alles overschaduwt. In de crisis die ons nu treft is een klimaat ontstaan waarin wantrouwen de boventoon voert. Bevrijding uit die negatieve instelling begint met het besef dat Europa niet een vreemde mogendheid is maar onze eigen gemeenschap in dit werelddeel. Europa, dat zijn wij zelf. In zelfvertrouwen kunnen wij aan Europese samenwerking blijven bouwen.”
Referendum
Onlangs deed een groep van intellectuelen een oproep in NRC tot het houden van een referendum over Europa. Het proces van Europese harmonisatie is al decennia lang gaande. Maar kennelijk was de speech van David Cameron de druppel die bij deze personen de emmer deed overlopen. Zij vinden het proces rondom de Europese harmonisatie ongewenst en onwerkbaar, zelfs gevaarlijk; zo valt te lezen in NRC. Deze intellectuelen laten echter na om de vraag te beantwoorden waarom werd overgegaan tot de vorming van de Europese Unie.
De Europese Unie als concept is meer dan alleen vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal; of een handelsmarkt. Dit concept behelst ook gelijke rechten, vrijheid voor eenieder, menselijke waardigheid, bescherming van minderheden; het concept met rechtsstatelijkheid als norm.
Als de Hongaarse regering minderheidsgroepen uitsluit van sociale voorzieningen, dan treedt Brussel op tegen dat land. Als Italië vreemdelingen onderwerpt aan een vernederende behandeling, dan komt Brussel op voor die mensen. En als Nederland besluit om illegaal verblijf strafbaar te stellen, dan steekt Brussel daar een stokje voor. Zo hoort het ook in een continent dat staat voor vrijheid, mensenrechten en beschaving. Ook dit vormt een onderdeel van het concept van de Unie.
Vraag is hoe deze fundamentele verworvenheden van Europa gewaarborgd kunnen blijven als dit concept uit elkaar valt. Wie beschermt de minderheden? Wie beshermt de mensenrechten? En wie waarborgt onze vrijheid, veiligheid en de vrede.
De opstellers van dat manifest in NRC hadden zich ook kunnen laten inspireren door een andere Brit; Wiston Churchill die als één van de grondleggers van de Europese Unie gezien kan worden. Over de opportunistische politici als Cameron zei Churcill overigens “Een politicus denkt aan de volgende verkiezing, een staatsman aan de toekomst.”
Voor de leiders binnen Europa is wel een hele balangrijke taak weggelegd. Zij moeten zo snel als mogelijk zien te bereiken dat de behoefte bij de burgers in Europa voor het houden van referenda vanzelf afneemt, of beter gezegd, verdwijt. Daarvoor is uiteraard nodig dat het vertrouwen toeneemt en de afstand kleiner wordt. Europa is nu voor veel mensen heel ver weg, en ondoorzichtig, en ondemocratisch, en vooral ook duur. En dat moet snel veranderen.
Voor dat veranderproces is nodig dat de verdere harmonisatie en uniformering tijdelijk worden gestopt om zo al die energie, tijd en geld te investeren in het hervormen van Europa. Onze Europa moet echt democratischer, efficiënter, slagvaardiger en natuurlijk ook goedkoper. Dit als uitdaging en ambitie voor de komende tijd om onze Unie te versterken. Meer vertrouwen en minder afstand!